Voorafgaand aan het seizoen was er een beetje grootspraak dat we direct door zouden kunnen (moeten) promoveren. Tegelijkertijd was er ook dat andere gevoel, ook wel genaamd het FC Volendam gevoel; promoveren en het volgende seizoen direct weer degraderen.
Gedurende het seizoen ging het op en neer, redelijk tot goed. En met nog drie wedstrijden te gaan hadden we alles in eigen hand. Amsterdam West 3 was op papier een min of meer gelijkwaardige tegenstander. Voorzichtig werd er dan ook gespeculeerd dat we in deze wedstrijd voor handhaving zouden moeten gaan.
Twee vooruit gespeelde wedstrijden bracht de tussenstand op 1-1 en er was dus nog alles mogelijk. Wie had echter gedacht dat aan het eind van de avond, de uiteindelijke uitslag een ‘wopping’ 6½ – 1½ zou zijn?!
Deze (wederom ) grote overwinning is de beslissende zet voor een verlenging in SGA1A !
Voor geselecteerde partijen, voor Pegasus leden, zie verderop op de website
Bord 1. John speelde vooruit en kreeg met zwart het London-systeem op het bord. Zoals altijd in deze opening kwam er een gelijke stelling op het bord. In de laveer partij die daarop volgde ontglipte wit zich een grove nalatigheid. John had scherp gezien dat dit een pion kostte. Een gezonde pion meer is normaal gezien kat-in-het-bakkie voor John. In de partij liet hij wit echter terugkomen in de partij. De meer-pion werd een onbetekenende dubbel-pion. Kleine kansjes voor zwart maar objectief remise. In het eindspel, in tijdnood, greep wit vreselijk mis. John tikte het bekwaam uit.
Bord 2. Peter speelde met wit een Engelse symmetrische partij. Na de opening was er een agressieve mogelijkheid die wit achterwege liet omdat hij dat te verplichtend vond zo vroeg in de partij. In het gelijk opgaande middenspel had zwart een zwakke pion, maar ook een geblokkeerde vrijpion. Op dat moment trok zwart zijn aangevallen dame terug naar een veld dat de dekking van een paard losliet. Peter sloeg direct het losstaande witte paard met de opmerking "sorry". Na enig zacht gevloek besloot de zwartspeler toch door te gaan tot het moment dat hij de witte dame op c5 aanviel met Td8-d5 gedekt door de dame op b7. Echter wit heeft een paard op e4 en de zwarte koning op g8. Dus... DxTd5 ( Dxd5 .. Pf6+) zo won Peter nog een toren en nu gaf zwart wel meteen op.
Bord 3. Henk speelde vooruit en kreeg met zwart de Trompovsky op het bord. Wit speelde het zeer slap met e3 en c3. Henk ging dit met actief spel te lijf. Iets verderop kwam de vraag; verder gaan met het actief spel of een meer solide voortzetting kiezen. Henk koos, achteraf gezien natuurlijk fout, voor het laatste. Objectief was het lange tijd volkomen gelijk. Echter in de praktijk had wit het makkelijker spel, zwart kon alleen blijven staan en afwachten hoe het spel zich zou ontwikkelen. Langzaam zette wit een koningsaanval op en de druk werd met de zet groter. De aanval had nog (met een wonderbaarlijke wending) gekeerd kunnen worden. Maar alas . . .
Goede overwinning van zijn tegenstander.
Bord 4. Maurits speelde met wit en kreeg een Catalaanse stelling op het bord. Hierin was de stelling in objectieve zin waarschijnlijk steeds ongeveer gelijk, maar makkelijker te spelen voor wit. De zwarte damevleugel stond steeds onder druk. Zwart probeerde iets te forceren op de koningsvleugel maar gaf in de afwikkeling ineens een stuk weg, waarna doorspelen geen zin meer had.
Bord 5. Bart speelde met zwart alwaar in de Najdorf-variant (met 6.Lg5) een ingewikkelde stelling op het bord kwam, waarbij wit aanviel op de koningsvleugel en zwart op de damevleugel. Vrijwel alle stukken bleven lange tijd op het bord staan. Met een kleine combinatie won zwart in het verre middenspel een pion. In het eindspel van toren en paard tegen toren en loper had Bart een tweede pion kunnen winnen en daarmee de partij. Maar in de uitvlugger-fase gaf hij zijn extra vrijpion weer terug. Het resterende toreneindspel zonder pionnen was potremise.
Bord 6. Hans speelde met wit op bord 6 een Smith-Morra Gambiet. Hij had de hele dag de Italiaanse opening bestudeerd, dus dat kwam goed uit . De strijd ging gelijk op, met een licht voordeel voor zwart. Hans wist de zwarte stukken in de verdediging te dwingen. De strijd ging daarbij voornamelijk om de zwakke d- pion. Een tweede zwakte werd gecreëerd op de koningsvleugel door ruil van de loper voor het paard op f6. Een half-open g-lijn die daarbij ontstond, bleek dat de zwarte koning kwetsbaar werd. Door enkele gunstige afwikkelingen stond er plotseling een witte pion op b7, die goed te verdedigen was. De zwarte toren werd veroordeeld tot de ondankbare taak om op b8 te gaan staan. Zwart speelde toen eigenlijk met een zwaar stuk minder. Dit werd hem uiteindelijk fataal.
Bord 7. Lucas speelde met zwart de Oude ook wel genaamde Czech Benoni. Daarin ontwikkelde hij een aanval op de koningsvleugel, maar zijn tegenstander hetzelfde op de damevleugel. Toen zijn tegenstander dacht materiaal te winnen, vond Lucas de briljante zet 32…,g3!! die in alle varianten voor zwart winnend bleek te zijn. Het was wandelen langs de afgrond, maar een aantal enige/juiste zetten stelde de winst zeker. Uiteindelijk kon hij zijn tegenstander mooi mat zetten. Een zeer boeiende en gave partij!
Bord 8. Boris speelde met wit en kreeg een semi-Slavische partij op het bord. Hij probeerde en kreeg een stelling met geïsoleerde zwarte pion. Boris probeerde de zaken te forceren en nam een achtergebleven pion op de koop toe. Zwart reageerde niet goed en moest een stelling met een pion minder verdedigen. Lange tijd leek het op remise af te steven. Maar Boris maakte kleine en gestage vorderingen en kwam (in hogere zin) gewonnen te staan. In het verre eindspel deed de tijdnood zich gelden. Beide partijen mistten daardoor grote en kleine kansen. Op het laatst speelde Boris een stelling met toren meer tegen zwarte pionnen op f4 en g4 voorbeeldig uit.